OPHELDERING
door Willem de Booij
Alleen machteloze mensen willen opheldering. Ze zijn onaangenaam verrast of boos over iets en willen dan weten hoe zo iets kan. Het zijn vooral kamerleden die opheldering willen. Ze zien het als hun dagtaak achter de waan van de dag aan te hollen en stellen er dan vragen over aan de minister. Meestal willen ze dan opheldering. De vragen worden gesteld op een verongelijkte manier, alsof er jaren is gelogen. Vaak ook komt het voor dat een kamerlid tegenover de pers verklaart dat hij of zij opheldering zal vragen, maar het daar dan bij laat zitten. In de Eerste en Tweede Kamer kunnen overigens niet genoeg vragen worden gesteld. Wie de krant het beste uitpluist kan de meeste vragen stellen. Zou het niet goed zijn om ze een handje te helpen? Elke stemgerechtigde Nederlander zou vragen moeten kunnen deponeren in een vragen-pool die kamerleden moet inspireren. Als ze even niks weten kunnen ze die pool raadplegen, en dat kan resulteren in een regen van moties! Is het de minister bekend dat dag in dag uit dieren worden vermoord om ze te kunnen opeten? Is het de minister bekend dat er dagelijks voor tonnen aan smakelijk eten wordt weg gegooid? Dat er zoveel wordt gelogen? Dat er zoveel mensen eenzaam zijn? Dat liefde niet valt af te dwingen? Dat commerciële televisie leidt tot massale domheid? Dat God niet langer dood is? Dat mijn moeder mij heeft verwaarloosd? Dat het heelal niet oneindig is? Dat de files wel degelijk kunnen worden uitgebannen? Dat hondenpoep beter niet kan worden opgeruimd? Dat Gerda zo lief is? Dat kinderen tegenwoordig alleen nog maar tegen elkaar kunnen schreeuwen? Dat mensen niet meer echt naar elkaar luisteren?
